Uitzending RTV- Drenthe
Vioolbouwer uit Assen
bouwt Drentse
'Stradivarius'
Artikel uit de
Muziekagenda: Peter
Brandt (vioolbouwer)
Zijn voorliefde voor
hout is er altijd
geweest. Het is
fantastisch om mee te
werken, het is een
natuurproduct, warm en
goed te bewerken en te
modeleren. Het daagt me
uit, ik ben een
detaillist en
perfectionist van aard
en de kunstgeschiedenis
heeft mij leren kijken.
Hij volgde een opleiding
in kunstgeschiedenis en
houttechnologie, om zijn
interesse in hout en
kunst te combineren
besluit hij museologie
te gaan studeren in
Leiden om restaurator te
worden van houten
kunstvoorwerpen. In
Leiden ontmoet hij een
medestudent, Bart
Straatemeier, die viool
speelt en
hem een boek laat lezen
over Stradivari; Peter
raakt in de ban, besluit
hout te kopen en begint
aan de bouw van een
viool. Van het handjevol
vioolbouwopleidingen in
Europa meldde ik mij aan
bij de opleiding in
Londen, van de 178
aanmeldingen werden er 8
toegelaten, ik was
daarbij. Na 4 jaar
studie behaald hij het
internationaal erkend
vioolbouwdiploma en
vervolgens werkt hij
enkele jaren bij een
Engelse firma als
restaurator.
In Londen heb ik veel
geleerd, zegt Peter,vele
Stradivari's gingen door
mijn handen. Ik was
altijd te vinden bij de
beroemde
muziekinstrumenten
veilingen van Sotheby's
en Christies; ik wilde
de instrumenten leren
kennen en begrijpen, ze
vormen de basis van een
rijke vioolbouwtraditie.
Werk van Amati,
Guarneri, Stradivari en
voor Nederland meesters
als Johannes Cuypers,
Pieter Rombouts en
Hendrik Jacobs. Ook
bezocht hij de kluizen
van de internationaal
vermaarde Firma's als
Hill en Beare in Londen.
In 1989 oriënteerde hij
zich gedurende 1 jaar in
Nederland en in 1991
vestigde hij zich
zelfstandig in Assen.
Inmiddels is hij lid van
de Nederlandse
Vereniging Van
Muziekinstrumentenmakers.
Dit geeft de musici de
zekerheid dat zij met
een betrouwbaar vakman
te maken hebben.
Momenteel bouwt hij 2á3 instrumenten per jaar;
om te voldoen aan de
grote vraag naar
restauraties van
strijkinstrumenten
blijft de nieuwbouw
onderbelicht. Maar de
komende jaren moet het
roer om; de vraag naar
zijn zelfgebouwde
instrumenten wordt
steeds groter. Het komt
voor dat beroepsmusici
hun dure Italiaanse
instrumenten inruilen
voor een echte Brandt,
doordat zijn
instrumenten licht
aanspreekbaar zijn,
egaal van klank, warm,
sonoor en krachtig.
Daarnaast zien we
instrumenten die er
schitterend uitzien en
vergelijken we zijn werk
met ander hedendaagse
beroeps bouwers dan
koopt u een waardevol en
betrouwbaar instrument
voor de rest van uw
leven.
Peter Brandt is een
gedreven vakman.
Artikel uit Buitenleven:
Peter Brandt
(vioolbouwer)
Het beeld dat leken van
een vioolbouwer hebben
is nogal wisselend. De
één verwacht een soort
André Rieu, de ander een
wat artistiek uitziend
figuur met baard en
wuivende lokken. Peter
Brandt voldoet aan geen
van beide. Hij is een
man die leeft voor maar
ook vàn muziek en muziek
instrumenten, een man
met een subtiel gevoel
in beide handen en een
grote technische kennis.
Maar ook een man die,
ondanks het feit dat hij
al zo'n 20 jaar violen
bouwt, iedere dag leert.
Zijn atelier, geurige
houtkrullen, pruttelende
lakken…. Met behulp van
gevoel en
gereedschappen, die wat
vorm en gebruik betreft,
soms eeuwenlang
nauwelijks veranderd
zijn, krijgt het hout en
uiteindelijk het
instrument, zijn vorm en
klank!
Peter Brandt: “Tijdens
militaire dienst raakte
ik geïnteresseerd in
kunst. Ik kwam er na
verloop van tijd achter
dat ik eigenlijk houten
kunstvoorwerpen zou
willen restaureren. Een
studiegenoot, Bart
Straatemeier, gaf me in
die tijd een oud boekje
over Stradivari, een
bekende vioolbouwer uit
het oude Italië. Dankzij
dat boekje werd ik
gegrepen door dat
kleine, zo bijzondere
houten kastje, de viool.
Met een Engels boek uit
1885 over het bouwen van
violen in de hand ben ik
aan mijn eerste
instrument begonnen. Een
moeilijk te lezen boek
in een soort antieke,
Victoriaanse stijl
geschreven en met
gravures die niet altijd
even duidelijk waren.
Naarmate de viool
vorderde kwamen er
steeds meer vrienden en
kennissen die vonden dat
ik daarmee door moest
gaan. Wat met wél
duidelijk werd was dat,
als ik verder wilde in
de vioolbouw, ik een
opleiding moest gaan
volgen. In Nederland kan
dat niet, wel in
Frankrijk, Italië,
Duitsland en Engeland.
Mijn keuze viel op
Engeland. Met mijn half
afgebouwde viool onder
de arm kwam ik bij een
soort selectiecommissie
terecht. Dat jaren waren
er 175 aanmeldingen
waarvan er 8 aangenomen
werden waaronder, en dat
vervult me altijd nog
met een beetje trots,
ikzelf!”
“Natuurlijk leer je
tijdens zo'n opleiding
niet alleen hoe je een
viool moet bouwen maar
ook krijg je natuur-
schei– en wiskunde,
onder andere omdat je je
eigen lakken moet
samenstellen. Je leert
hoe je het goede hout
kunt kiezen, hoe je
technische tekeningen
moet maken, krijgt de
geschiedenis van het
strijkinstrument mee….
En daar zit je dan in
een kamertje in Londen!”
Violen op maat
Iedere viool heeft zijn
eigen klankkleur, het
kiezen van een viool
wordt daardoor ook een
kwestie van smaak!
Violen hebben ook
verschillende maten. Zo
heb je voor kinderen een
‘halve' viool, een
kleinere uitvoering van
de ‘gewone' viool die
voor hen te groot is.
“Gemiddeld bouw je een
viool in 2, 2,5 maand.
Niet zo vreemd dat zo'n
met de hand gemaakt
instrument al gauw 8 tot
10 duizend euro moet
kosten. Natuurlijk hoef
je als beginnend violist
niet direct zo'n grote
uitgave te doen. In
Zuid-Duitsland heb je
nog steeds speciale
ateliers waar, bijna aan
de lopende band,
studieviolen gemaakt
worden. Er werken vaak
een man of 15, 20. De
één maakt alleen maar
onder of bovenbladen, de
andere de hals en weer
iemand anders lijmt het
instrument, dat uit zo'n
70 onderdelen en
onderdeeltjes bestaat,
in elkaar. Dankzij deze
specialisatie kost een
studieviool net geen
1000 euro. Je kunt er in
de beginperiode redelijk
viool op leren spelen
maar als je verder komt
voldoet het instrument
niet meer.”
“Kostbare instrumenten
worden vooral op
bestelling gebouwd
waarbij je rekening
houdt met het gebruik en
de gebruiker. Een viool
voor een jazzorkest moet
anders klinken dan een
instrument, waarop je
alleen vioolsonates
speelt of kamermuziek.
Toch maak ik ook op
eigen risico wel
instrumenten, ook omdat
ik een klantenkring heb
die weet dat ik
kwalitatief goede violen
maak. Er wordt me wel
eens gevraagd of er
nooit wat mis gaat
tijdens het bouwen. Het
antwoord is, hoewel dat
behoorlijk arrogant
klinkt, nee. Het bouwen
van een viool is een zo
langdurig proces dat je
problemen eigenlijk
altijd kunt voorkomen.”
Peter:”Iedere
vioolbouwer maakt wél
goede en minder goede
instrumenten. Dat is een
gegeven, of je dat nu
wilt of niet. Het zit
hem vaak in heel kleine
dingen. Hout dat tóch
iets minder geschikt is,
een iets andere
samenstelling van de
lakken of grondering,
een wat vlakkere bolling
van de onder – en
bovenkant. De lakken
maak ik zelf, ik
gebruikt nooit
commerciële
standaard lakken. Daarom
kunnen er, wat de
samenstelling betreft,
kleine verschillen
voorkomen. Als je écht
weet waarom een goede
viool goed klinkt maak
je nooit meer een slecht
instrument!”
“Naast het bouwen
restaureer ik ook oude
en soms ook nieuwe
instrumenten. Dat
gebeurt dan in opdracht
van de eigenaar, ook
worden instrumenten
ingeruild. Net als
destijds in Londen
bezoek ik regelmatig
veilingen van
muziekinstrumenten.
Zulke veilingaankopen
hebben vaak wat extra
zorg nodig omdat ze niet
altijd optimaal bewaard
zijn: een viool mag niet
te droog of te vochtig
bewaard worden. Als de
bewaaromstandigheden
optimaal zijn en het
instrument wordt
vakkundig bespeeld kan
een goede viool
eeuwenlang meegaan!”
Op de website van de
NVMM:
Hoe is je passie voor
violen ontstaan?
“Voordat ik wist wat ik
wilde in het leven, heb
ik heel diverse dingen
gedaan. Van oorsprong
ben ik
elektronicamonteur. Maar
ik kwam er al snel
achter dat ik iets
anders wilde en dat was
op dat moment het
onderwijs. Tijdens die
opleiding raakte ik
geïnteresseerd in kunst
en ik ben verder gegaan
met een opleiding
Kunstgeschiedenis. Ook
dat was niet helemaal
wat ik zocht en ik ben
begonnen aan een
opleiding Museologie in
Leiden. Tijdens die
studie ontwikkelde ik
mijn passie voor het
restaureren van houten
kunstvoorwerpen. Een
medestudent, Bart
Straatemeier, speelde
viool en ik
kreeg van hem een boekje
over Stradivarius. Ik
vond het zo geweldig wat
daar in stond, dat zo’n
klein instrument zoveel
impact kan hebben. Een
passie was geboren.”
Heb je een specifieke
opleiding gevolgd? Of
heb je je kennis op een
andere manier verkregen?
“Ik vond een boek uit
1885 waarin heel
gedetailleerd stond
beschreven hoe je een
viool bouwt. Dus ik heb
hout gekocht en ben
begonnen met het bouwen
van mijn eerste viool.
Ondertussen haalde ik
mijn diploma
houttechnologie en
merkte direct dat alles
wat ik hiervóór gedaan
had, samenkwam in de
vioolbouw. Vol
enthousiasme ging ik
alle vioolbouwers in
Nederland af voor een
baan, maar ze raadden me
het vak sterk af en
hadden ook geen werk
voor me. Uiteindelijk
heb ik me ingeschreven
voor een vierjarige
opleiding tot
vioolbouwer in Londen.
Er werden maar weinig
mensen toegelaten en in
mijn vierde jaar waren
we nog maar met zijn
tweeën over.”
Wat voor materialen
gebruik je?
“Vurenhout voor de
bovenkant en esdoornhout
voor de zij- en
achterkant en voor de
krul. De combinatie van
deze twee houtsoorten
geeft de beste
akoestische resultaten.”
Wat is het meest
bijzondere exemplaar dat
je hebt gemaakt?
“Ze zijn allemaal
bijzonder voor me
geweest. Het zijn toch
een beetje je kinderen!
Maar de instrumenten die
ik in opdracht heb
gemaakt zijn het leukst
om te bouwen.”
Hoeveel invloed heeft de
klant?
“Heel veel invloed, want
de klant moet erop
spelen en hij of zij
betaalt ervoor.
Uiteraard zijn er wel
grenzen. Als iemand een
vierkante viool wil, dan
werk ik daar niet aan
mee.”
Wat is de gemiddelde
levertijd?
“Ongeveer een jaar. Ik
ben voornamelijk bezig
met het restaureren van
violen. Het bouwen doe
ik tussendoor. Soms bouw
ik er zelfs maar één per
jaar.”
Hoe zie je de toekomst
in je branche?
“Ik doe dit werk al meer
dan dertig jaar en het
gaat in onze branche
altijd op en neer. Maar
er zit ook wel een
stijgende lijn in
naarmate je
naamsbekendheid opbouwt.
Ik ben er heilig van
overtuigd dat de vraag
naar goede en
handgemaakte
muziekinstrumenten zal
blijven bestaan. Aan die
vraag kan nooit voldaan
worden door bijvoorbeeld
machinaal vervaardigde
instrumenten uit China.”
Peter Brandt viert
jubileum | ‘Elke viool
is weer anders’
Lees hier het gehele
artikel...
|